WIJZIGINGEN BOUWBESLUIT 2012 BRANDVEILIGHEID

De Rijksoverheid heeft in een nieuwsbericht aangekondigd dat er de komende tijd diverse inhoudelijke wijzigingen in het Bouwbesluit 2012 en de opvolger, het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), te verwachten zijn.

De inhoud van deze wijzigingen is eind maart gepubliceerd in Staatsblad 2021-147. In Staatsblad 2021-211 is aangekondigd dat de Bouwbesluitwijzigingen op 1 juli 2021 in werking treden. De inwerkingtredingsdatum van de wijzigingen van het Bbl hangt af van de invoering van de Omgevingswet. Mogelijk wordt dit 1 januari 2022, maar kan ook later.

Dit artikel gaat in op de wijzigingen ten aanzien van brandveiligheid.

1 juli 2021

Per 1 juli 2021 worden de volgende wijzigingen doorgevoerd in het Bouwbesluit 2012:

Eisen aan de weerstand tegen rookdoorgang

  • Rond (beschermde) subbrandcompartimenten worden eisen gesteld aan de weerstand tegen rookdoorgang (wrd) (artikelen 2.94a en 2.94b (nieuwbouw) en artikel 2.95 (verbouw)). Het gaat om de volgens NEN 6075 te bepalen Europese rookklassen Ra en R200. De wrd-eisen rond (beschermde) subbrandcompartimenten worden als volgt:
Van Naar Eis
subbrandcompartiment ander subbrandcompartiment Ra
subbrandcompartiment besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert Ra
subbrandcompartiment beschermd subbrandcompartiment, gelegen in een ander subbrandcompartiment R200
subbrandcompartiment  besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert en naar een liftschacht van een brandweerlift  R200
beschermd subbrandcompartiment ander beschermd subbrandcompartiment R200
beschermd subbrandcompartiment in een woonfunctie voor zorg met een GO > 500 m², een celfunctie en een gezondheidszorgfunctie met bedgebied subbrandcompartiment R200
beschermd subbrandcompartiment in een reguliere woonfunctie, een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied en een logiesfunctie subbrandcompartiment  Ra
beschermd subbrandcompartiment  besloten ruimte waardoor een beschermde of  extra beschermde vluchtroute voert  R200
  • Rond vluchtroutes worden eisen gesteld aan de weerstand tegen rookdoorgang (wrd) in plaats van aan de wbdbo (artikelen 2.107 en 2.107a). Het gaat om de volgens NEN 6075 te bepalen Europese rookklassen Ra en R200. De wrd-eisen rond vluchtroutes worden als volgt:
Van Naar Eis
besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert een in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert  Ra
besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert  een in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert R200
besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert  een in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert Ra
besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert een in de vluchtrichting aansluitend besloten trappenhuis waardoor een extra beschermde vluchtroute voert R200
besloten ruimte met vluchtroute besloten ruimte met tweede vluchtroute als bedoeld in artikel 2.106, lid 1 R200

Met name leveranciers van deuren zullen zich op deze nieuwe wrd-eisen moeten voorbereiden.

Eisen aan woningtoegangsdeuren

  • Bij woningtoegangsdeuren die op grond van artikel 6.26 zelfsluitend moeten zijn, wordt het verplicht dat de deur alleen in geval van brand in de woning of in het woongebouw zelfsluitend is, oftewel dat een rookmeldergestuurde vrijloopdranger wordt toegepast (artikel 6.26, lid 5). Hiermee wordt voorkomen dat een bewoner in het dagelijks gebruik hinder ondervindt van de rookmelder en deze onklaar maakt. Bedacht zal moeten worden wat de beste positie is voor de rookmelders, het Bouwbesluit gaat hier geen eisen aan stellen. In de toelichting is hierover het volgende aangegeven: “… Er zijn hierbij verschillende mogelijkheden. De vrijloopdranger kan worden geactiveerd door een rookmelder in de woning, door een rookmelder in de gemeenschappelijke verkeersruimten of door een rookmelder die geïntegreerd is in de dranger. Het vijfde lid geeft een functionele omschrijving en het is aan een opdrachtgever of bouwer een keuze te maken voor een specifieke oplossing. …” Bij het bepalen van de beste positie van de melders en drangers zal met diverse aspecten rekening moeten worden gehouden, denk onder andere aan de elektrische voeding van de rookmelder, de mogelijkheid van controle, onderhoud en eventueel vervanging en de mogelijkheid van sabotage door bewoners.
  • Ook bij verbouw van een woningtoegangsdeur en bij functiewijziging naar een woonfunctie moeten woningtoegangsdeuren in inwendige scheidingsconstructies zelfsluitend en met vrijloopdranger worden uitgevoerd (artikel 6.26, lid 6).

Overige wijzigingen

  • Voor portiekflats is verduidelijkt dat alle woningen en nevenfuncties daarvan die bereikbaar zijn vanuit het trappenhuis meegeteld moeten worden bij de beoordeling of aan de grenswaarden wordt voldaan (artikel 2.104, lid 4, nieuwbouw). Het is hierdoor bijvoorbeeld niet meer mogelijk dat een stallingsgarage (nevenfunctie van het woongebouw) rechtstreeks uitkomt in het portiektrappenhuis.
  • De eisen ten aanzien van de opvang- en doorstroomcapaciteit uit artikel 2.1 van de Regeling Bouwbesluit 2012 worden opgenomen in het Bouwbesluit 2012 (artikelen 2.108 en 2.108a). Deze eisen worden aangevuld met nieuwe rookdoorgangseisen.

1 januari 2022

Per 1 januari 2022 worden, naar verwachting in het Bbl, nieuwe bouwkundige eisen ten aanzien van liften in nieuwe woongebouwen gesteld. Het doel van deze eisen is dat liften beter worden beschermd tegen brand en rook. De kans dat een lift bij brand door minder zelfredzamen, die niet zelf via een trap kunnen vluchten, kan worden gebruikt wordt hiermee vergroot.

  • De WBDBO van een brandcompartiment naar een lift in een woongebouw moet 60 minuten bedragen (artikel 4.53, lid 1, Bbl).
  • Voor een lift in woongebouw wordt een voorportaal (extra beschermde vluchtroute) vereist. Aan dit voorportaal mogen geen woningtoegangen grenzen (artikel 4.77a Bbl). Het Bouwbesluit stelt geen nadere eisen aan de afmetingen van dit voorportaal. Wel zal dit portaal zodanig moeten zijn dat hierin de vereiste keermogelijkheid voor rolstoelgebruikers (vlak van 1,5 m x 1,5 m) past.
  • De elektriciteitsvoorziening van een lift moet in een kruipruimte, liftschacht of een ruimte die alleen gebruikt wordt voor deze elektriciteitsvoorziening liggen. Deze ruimte moet 60 minuten brandwerend worden afgescheiden van naastgelegen ruimten. Deze wbdbo geldt in de richting van de ruimte met de elektriciteitsvoorziening (artikel 4.218a Bbl).
  • Er was in het ook sprake van een eis dat de sturing van een lift in een woongebouw zodanig moest zijn dat de lift bruikbaar blijft bij brand. Deze eis wordt vooralsnog niet opgenomen, omdat in een reactie van de Nederlandse liftenbranche op deze eis naar voren is gebracht dat deze op gespannen voet staat met de Europese Richtlijn Liften.

1 juli 2022

Per 1 juli 2022 zijn rookmelders die voldoen aan EN 14604 in bestaande woningen verplicht. Dit zijn rookmelders op batterijen. Deze rookmelders moeten worden aangebracht in ruimten waardoor een vluchtroute voert tussen de uitgang van een verblijfsruimte en de uitgang van een woning. Er worden, anders dan bij nieuwbouw, geen eisen gesteld aan de projectering en doorkoppeling van de rookmelders.

Heeft u vragen over deze wijzigingen?

Neemt u dan met Marjolein Berghuis contact op.

Dit artikel in geschreven voor en ook gepubliceerd op brandveilig.com

Bron: Nieman 28-05-2021