Advies over watermistsprinklers in hoogbouw

Door toepassing van een watermistsprinklerinstallatie in hoogbouw wil de brandveiligheidsadviseur verschillende maatregelen uit de SBRCURnet handreiking ‘Brandveiligheid in hoge gebouwen’ laten vervallen: geen overdruktrappenhuis en een ontruimingsalarminstallatie zonder gesproken woord via de belinstallatie van de woning. De veiligheidsregio is van mening dat de maatregelen uit genoemde handreiking nodig zijn om een voldoende brandveiligheidsniveau te realiseren. De Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften publiceerde hierover een advies.

In een nieuw te bouwen hoogbouwcomplex ligt de hoogste vloer van een appartement op circa 88 meter boven het meetniveau. Vanaf de eerste verdieping worden alle appartementen centraal ontsloten via de gemeenschappelijke entree.

Integraal brandveiligheidsplan

De brandveiligheidsadviseur heeft de brandveiligheid van het bouwplan met een integraal brandveiligheidsplan onderbouwd. Daarbij is een lagedruk watermistsprinklersysteem als uitgangspunt gekozen. Deze installatie wordt redundant uitgevoerd met twee pompinstallaties. Hierdoor volstaat, volgens de brandveiligheidsadviseur, een ontruimingsalarminstallatie type B+ (vijf standaard berichten i.c.m. aanwezige intercominstallatie), gefaseerde ontruiming (ontruimingsprincipe C) en droge blusleidingen die bij brand gevuld worden met een van de twee pompen van de watermistinstallatie. De benodigde waterdruk zou zelfs direct via de tankautospuit (TAS) van de brandweer geleverd kunnen worden (10-15 bar). Verder is de brandveiligheidsadviseur van mening dat door toepassing van de lagedruk watermistsprinklerinstallatie geen overdrukinstallatie in de rooksluizen voor de vluchttrappenhuizen nodig zijn. Dit is onderbouwd met een CFD-berekening.

Bevoegd gezag

Het bevoegd gezag is van mening dat de rookverspreiding, bij toepassing van een lagedruk watermistsprinklerinstallatie, niet overtuigend met het gebruikte softwarepakket voor CFD-berekeningen aannemelijk kan worden gemaakt, omdat het hier onvoldoende voor is gevalideerd. Bovendien is het bevoegd gezag van mening dat een ontruimingsalarminstallatie met gesproken woord (type A) moet worden toegepast.

Advies

De commissie adviseert in deze casus onder andere over het volledig toepassen van de SBRCURnet ‘Handreiking brandveiligheid in hoge gebouwen’ om daarmee de vergunningsprocedure te verkorten. Volgens de commissie heeft het bevoegd gezag, volgend uit artikel 2.128 eerste lid van Bouwbesluit 2012, enige beoordelingsruimte in de beoordeling van de brandveiligheid in hoogbouw. Het bevoegd gezag heeft het veiligheidsniveau dat in de handreiking is vastgelegd, beleidsmatig bestempeld als een voldoende brandveiligheidsniveau voor hoogbouw. Het bevoegd gezag mag de maatregelen uit deze handreiking echter niet opleggen als eis voor hoogbouw, maar kan het hiermee beschreven veiligheidsniveau wel als referentie gebruiken voor de beoordeling van het brandveiligheidsniveau in een hoogbouwplan. Het staat de aanvrager echter vrij om op andere wijze aannemelijk te maken dat wordt voldaan aan 2.128 eerste lid van Bouwbesluit 2012.

De Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften (ATGB) is een onafhankelijke commissie die partijen adviseert bij geschillen over de toepassing van de bouwregelgeving. De commissie werkt autonoom en in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken.

Lees hier het volledige ATGB-advies 2106 – Watermistsprinklers in hoogbouw

Bron: Brandveilig.com 13-07-2021