Voorstel: grenswaarde asbestvezels naar beneden in de EU

Sinds 2005 is het gebruik van asbest in de Europese Unie verboden. Toch sterven er jaarlijks nog zo’n 70.000 personen aan asbest gerelateerde ziekten als mesothelioom en longkanker.
Nog steeds worden te veel werkenden blootgesteld aan asbest, waarvan circa 97 procent in de bouwsector. De incubatietijd voor een asbest gerelateerde ziekte kan oplopen tot 40 jaar. Het duurt dus nog lang voordat de gevolgen van asbest zijn opgelost. 

In de Europese Unie werden tot het asbestverbod in 2005 meer dan 220 miljoen huizen gebouwd. Veel huizen bevatten nog steeds asbest, soms op onwaarschijnlijke plekken. Nu er op grote schaal wordt gerenoveerd en geïsoleerd is de kans aanwezig dat er asbest vrijkomt tijdens de werkzaamheden. 

De Europese Unie heeft daarom voorgesteld de grenswaarde waaraan werknemers mogen worden blootgesteld te verlagen tot maximaal 0,01 asbestvezel per kubieke centimeter ruimtelucht. Die grens ligt binnen de Europese Unie al sinds 2009 op 0,1 asbestvezel per cm3, alleen in Duitsland heeft men op eigen initiatief de grens verlaagt tot 0,01.
Het Europees Parlement heeft een jaar geleden voorgesteld de grenswaarde te verlagen tot 0,001, dat voorstel is niet overgenomen. 

Volgens EU-commissaris Nicolas Schmit wordt met de vermindering van de grenswaarde naar 0,01 het risico op ziekte sterk vermindert. Wanneer de waarde nog lager wordt is het waarschijnlijk erg moeilijk om de waarde te meten en is te verwachten dat de kosten voor de bedrijven sterk stijgen, aldus Schmit.

Het Europees Parlement en de Raad van Ministers moeten zich nog buigen over het voorstel. 

Alle informatie is te downloaden via de website van de Europese Unie.