Vluchtveiligheid: het belang van een integrale aanpak

Als je weet hoe woningbranden verlopen, dan begrijp je dat tijdige detectie cruciaal is. “Streef je naar een betere brandveiligheid van je woningen? Dan is het slim om niet alleen aandacht te hebben voor preventie, maar ook kritisch te kijken naar de vluchtveiligheid van bewoners”, zegt Jan Nies, productmanager bij Hemmink. “Kwestie van rookmelder installeren en klaar? Helaas niet. Elke situatie is anders. Er zijn de laatste jaren weliswaar mooie stappen gemaakt in de regelgeving rondom brandveiligheid, maar we moeten wel scherp blijven op het beleid en de uitvoering daarvan.” Nies vertelt over het belang van een integrale aanpak.

Wetgeving bestaande en nieuwbouw

Aan artikel 6.21 van het Bouwbesluit wordt een lid toegevoegd. Deze toevoeging verplicht eigenaren van bestaande woningen (van vóór 2003) om rookmelders te plaatsen. Op 1 juli 2022 moet dat geregeld zijn. Voor nieuwbouwwoningen zijn de eisen strenger dan voor bestaande bouw. “Bijvoorbeeld als het gaat om de aansluiting op het lichtnet en rondom projectering en prestaties”, vertelt Nies. “Voor bestaande woningen hebben we met een uitgeklede versie te maken.”

Nies: “De belangrijkste eis die gesteld wordt, is dat elke verdieping is voorzien van een rookmelder. Dat betekent dat je theoretisch gezien nog steeds aan de regels voldoet als je de melder in de kelderkast plaatst. Nu kunnen we allemaal bedenken dat dat geen geweldige plek is, maar waar plaats je zo’n rookmelder dan wel? En waar dien je nog meer rekening mee te houden? Daar gaat de wet niet op in.”

Ondanks dat de wetgeving voor nieuwbouw net iets verder gaat dan voor bestaande bouw, blijft het zoals met alle wetgeving vrij generalistisch. Nies: “Het schept kaders, maar het houdt geen rekening met de diversiteit aan woningtypes, doelgroepen en ga zo maar door. Houd je je sec aan de regelgeving? Dan kunnen er onveilige situaties optreden. Hoe creëer je nu wél die vluchtveilige situatie? Daarvoor is een integrale aanpak van belang en moet je nadenken over het beleid én de uitvoering.”

Beleid maken

Alles begint met een ambitie en een algemene brandveiligheidsvisie voor het vastgoed dat je in bezit hebt. “Je bepaalt als organisatie hoe je de geldende wet- en regelgeving in de praktijk brengt en hoe je omgaat met de zorgplicht en (rest)risico’s”, legt Nies uit. “Ook tref je alle nodige maatregelen om de juiste brandveiligheidsniveaus te borgen. En brandveiligheid is breder dan alleen de vluchtveiligheid van bewoners. Het is dus belangrijk vooral goed naar de mogelijke risico’s te kijken.”

“Bovendien is de zorgplicht aangescherpt, wat de verantwoordelijkheid voor een juiste plaatsing en goed onderhoud van melders volledig bij collectieve verhuurders legt”, vervolgt Nies. “Ook met het oog hierop is het voeren van een duidelijk beleid dus onmisbaar.”

Het opstellen van scenario’s is hier onderdeel van, stelt Nies. “Houd hierbij ook rekening met de doelgroepen. In wooncomplexen waar veel senioren wonen, kies je voor een andere invulling dan in eengezinswoningen met minder kwetsbare bewoners. Maak meerdere scenario’s op basis van verschillende factoren zoals de behoeften van de doelgroepen en de verschillende woningtypen en beslis wat een goede én haalbare oplossing is.”

Projectering

Zijn de scenario’s bepaald? Dan is het tijd om je te verdiepen in de oplossingen waarmee maximale vluchtveiligheid gerealiseerd kan worden. Simpel gezegd bekijk je welke rookmelders je nodig hebt en waar je deze exact moet plaatsen. “Dat noemen wij projectering”, vertelt Nies. “Het belang van deze stap is ontzettend groot. Het gaat namelijk pas goed of fout in de uitvoering van het beleid. In de praktijk zien wij dat rookmelders strak tegen de wand worden gemonteerd, dichtbij een badkamer of vlakbij ventilatieopeningen. Dit zijn plekken waar je de melders niet wilt zien. Je denkt dat je veilig bent, terwijl dat in feite niet zo is. Met de juiste acties in deze uitvoerende fase kun je schijnveiligheid voorkomen.”

Koppelen van rookmelders

“Er zijn meer zaken waar je de mist mee in kunt gaan tijdens de uitvoering”, aldus Nies. “Bijvoorbeeld bij het koppelen van de melders. In basis is koppelen natuurlijk een hele goede manier om de veiligheid te verbeteren, maar bij een verkeerde uitvoering heb je alsnog een probleem. Koppel je de melders tijdens de installatie bijvoorbeeld per ongeluk aan de melders van de buren als daar ook melders worden opgehangen? Dan ben je ineens niet meer zo zeker van een tijdige detectie.”

Selectief koppelen

“Deze schijnveiligheid komt vaker voor dan gedacht, bijvoorbeeld in appartementencomplexen. Een bewoner uit een van de appartementen laat iets aanbranden, waardoor niet alleen het alarm in de woning afgaat maar in het hele complex. Alle bewoners uit het gebouw begeven zich naar buiten, terwijl dat achteraf voor niets blijkt te zijn. Volgende keer bedenken ze zich wel een tweede keer voordat ze naar buiten gaan, terwijl er dan wél iets ernstigs aan de hand kan zijn.”

Dit soort situaties kun je je als collectieve verhuurder niet veroorloven. Daarom is selectief koppelen volgens Nies van grote meerwaarde. “Door selectief te koppelen kun je de melders instrueren om alleen in bepaalde situaties te reageren op elkaars alarm. Een alarm in een woning heeft dan bijvoorbeeld geen invloed op de alarmen in de rest van het gebouw. Het signaal wordt enkel doorgegeven als melders in bijvoorbeeld een gemeenschappelijke ruimte afgaan. Slim als je schijnveiligheid wilt voorkomen.”

Levensduur van batterijen

“We zien dat ontzettend veel woningen zijn uitgerust met rookmelders die werken op alkalinebatterijen”, gaat Nies verder. “Deze batterijen moet je elk jaar vervangen. In de praktijk gebeurt dit echter niet. Een melder gaat piepen, omdat de batterij vervangen moet worden en dat gebeurt vaak ’s nachts omdat de temperatuur dan lager is. Hetzelfde principe geldt bijvoorbeeld voor accu’s van auto’s. De bewoner krijgt de rookmelder niet zo snel stil en verwijdert deze hardhandig. Veel van deze melders worden bovendien niet meer teruggehangen.”

“Wettelijk gezien mogen rookmelders alkalinebatterijen hebben, maar het is niet verstandig om hiervoor te kiezen. Een rookmelder met een lithiumbatterij die 10 jaar meegaat, net zo lang als de rookmelder zelf, is een beter alternatief. Een verstandige én veilige beleidskeuze en ook eentje die een hoop onnodige onderhoudsritten bespaart.”

Communicatie richting bewoners

In de uitvoering is ook de communicatie richting bewoners ontzettend belangrijk. Want, weten bewoners wel wat ze moeten doen in geval van brand en hoe ze deze kunnen voorkomen? En wat is de beste actie wanneer een frituurpan brand veroorzaakt? “Deze blus je in ieder geval niet met water”, aldus Nies. Hij vervolgt: “Informeer bewoners daarom over de gevaren van brand en help ze situaties veilig doorstaan. Deel tips over preventie, maak ze bijvoorbeeld bewust van de gevaren van opladers, accu’s en dergelijke. Deel een flyer uit bij de installatie van de melders, hang een informatiekaart op in de meterkast en geef de installateur een voorlichtende functie. Zo maken we mensen met z’n allen bewust van wat er kan gebeuren en de rol die zij kunnen spelen. Uiteindelijk detecteert en alarmeert een rookmelder, het vluchten moeten mensen écht zelf doen.”

Oplossingen die werken op korte en lange termijn

Wil je zorgen voor een integrale oplossing die werkt op zowel de korte als de lange termijn? Dan is het cruciaal om als organisatie over het juiste kennisniveau te beschikken. Alleen dan kun je afgewogen keuzes maken over je beleid en de acties die je gaat ondernemen.

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Hemmink

Bron: Brandveilig.com 15-02-2022