De mest- en voedersilo: Vergunningvrij of vergunningplichtig?
Op agrarische bouwpercelen komt het veel voor dat op het bedrijf mest en/of voedersilo’s aanwezig zijn, of dat deze voor de bedrijfsvoering moeten worden geplaatst of gebouwd.
In deze toelichting wordt uitgelegd hoe deze mest- en voedersilo’s kunnen worden gerealiseerd met of zonder vergunning. Hierbij is het belangrijk te weten dat per 1 januari 2024 de bouwvergunning zoals die onder de Wabo gold, onder de Omgevingswet is opgesplitst in een bouwtechnische en een ruimtelijke activiteit. En is per 1 januari 2024 de mest- en voedersilo minder vaak vergunningvrij.
Download hier de pdf van dit artikel
Mestsilo’s en voedersilo’s zijn bouwwerken geen gebouw zijnde aangezien zij niet voor het verblijven van mensen bedoeld zijn.
De Activiteit bouwen (De technische beoordeling van het bouwwerk)
Mest- en voedersilo’s tot maximaal 5 meter hoog
Een bouwwerk geen gebouw zijnde tot 5 meter hoog is volgens artikel 2.26 Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) vergunningvrij. Hij wordt namelijk onder de 5m hoog niet aangewezen als vergunningplichtig geval. Wordt de silo deels ondergronds gebouwd dan is deze niet vergunningvrij.
Artikel 2.26. (aanwijzing vergunningplichtige gevallen bouwactiviteit: bouwwerken zonder dak)
1. Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten, geldt voor een bouwactiviteit, voor zover die betrekking heeft op een bouwwerk zonder dak en dat bouwwerk:
a. hoger is dan 5 m;
b. ondergronds is gelegen.;
c. de draagconstructie of de indeling in brandcompartimenten, subbrandcompartimenten of beschermde subbrandcompartimenten wijzigt
Mest- en voedersilo’s hoger dan 5 meter
Een bouwwerk geen gebouw zijnde boven de 5 meter hoog is hiermee op grond van artikel 2.26 Bbl aangewezen als vergunningplichtig. Maar voordat ook kan worden geconcludeerd of er vergunning nodig is moet eerst gekeken worden in de uitzonderingen uit artikel 2.27 Bbl. In lid 1.a staat dat een uitzondering op een vergunningplicht aan de orde is als een bouwwerk valt onder gevolgklasse 1 volgens artikel 2.17 Bbl.
In artikel 2.17 lid Bbl staat onder lid 3 onderdeel d. De mest- of voerdersilo. Dit is namelijk een nevengebruiksfunctie (opslag voeder of mest) bij een industriefunctie (Agrarisch bedrijf). Hiermee wordt dus aangegeven dat de mest- of voedersilo niet vergunningplichtig is maar meldingsplichtig. Let wel op dat er geen uitzonderingen aan de orde zijn uit lid 2 van artikel 2.17 Bbl aangezien er dan weer wel sprake kan zijn voor een bouwtechnische vergunningplicht.
Artikel 2.17. (bouwactiviteiten die onder het stelsel van kwaliteitsborging vallen)
1. Categorieën bouwwerken als bedoeld in artikel 7ab, eerste lid, van de Woningwet zijn bouwactiviteiten die vallen onder gevolgklasse 1 als bedoeld in het tweede lid.
2. Een bouwactiviteit valt onder gevolgklasse 1 als:
a. de bouwactiviteit geen rijksmonument, voorbeschermd rijksmonument, provinciaal monument, voorbeschermd provinciaal monument, gemeentelijk monument of voorbeschermd gemeentelijk monument betreft;
b. de bouwactiviteit alleen ten dienste staat van een gebruiksfunctie als bedoeld in het derde lid;
c. de bouwactiviteit niet betreft een bouwwerk waar voor het in gebruik nemen of gebruiken van het bouwwerk een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, is vereist;
d. bij de bouwactiviteit geen gelijkwaardige maatregel wordt toegepast in verband met een in dit besluit uit het oogpunt van constructieve veiligheid of brandveiligheid gestelde regel;
e. bij de bouwactiviteit geen toepassing is gegeven aan NEN 6060 of NEN 6079 bij het bepalen van de gebruiksoppervlakte van een brandcompartiment;
f. de bouwactiviteit niet betreft een bouwwerk dat behoort tot een geval waarin een milieubelastende activiteit vergunningplichtig is op grond van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
3. De gebruiksfunctie, bedoeld in het tweede lid, onder b, is:
a. een niet in een woongebouw gelegen grondgebonden woonfunctie, niet zijnde een woonfunctie voor zorg of een woonfunctie voor kamergewijze verhuur, en nevenfuncties daarvan;
b. een woonfunctie en nevenfuncties daarvan, voor zover het bouwwerk een drijvend bouwwerk betreft;
c. een niet in een logiesgebouw gelegen grondgebonden logiesfunctie;
d. een industriefunctie en nevengebruiksfuncties daarvan, voor zover het bouwwerk uit niet meer dan twee bouwlagen bestaat;
e. een industriefunctie als nevengebruiksfunctie van een andere gebruiksfunctie, voor zover gelegen in een bijbehorend bouwwerk van niet meer dan twee bouwlagen;
f. een bovengronds gelegen bouwwerk geen gebouw zijnde voor een infrastructurele voorziening bestemd voor langzaam verkeer, voor zover niet gelegen over een rijks- of provinciale weg en met een te overbruggen afstand van niet meer dan 20 meter; of
g. een ander bovengronds gelegen bouwwerk geen gebouw zijnde dat niet hoger is dan 20 meter, met uitzondering van een infrastructurele voorziening bestemd voor verkeer anders dan bedoeld onder f en bouwwerken met een waterkerende functie.
4. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwactiviteiten die verbouwen betreffen.
Lid 4 maakt het wel dat verbouw of renovatie van een bestaande mest- of voedersilo (als deze in constructieve zin wordt gewijzigd) wel vergunningplichtig is, aangezien de meldingsplicht nog niet geldt voor verbouwactiviteiten.
Voor een mest- of voedersilo hoger dan 5 meter (boven maaiveld) op een agrarisch bouwperceel moet dus een bouwmelding worden gedaan waarbij een kwaliteitsborger dient te worden ingeschakeld, en er bij de melding een borgingsplan en risicoanalyse dient te worden ingediend. Het is dan ook verstandig om een kwaliteitsborger te zoeken die kennis heeft van dit soort agrarische bouwwerken aangezien een melding voor een silo minder complex is dan een melding voor een nieuw te bouwen woning.
Omgevingsplanactiviteit (De ruimtelijke beoordeling van het bouwwerk)
Een mest- of voedersilo is vergunningvrij in het achtererfgebied van een agrarisch bouwperceel als deze past binnen de voorschriften van het omgevingsplan (voormalig bestemmingsplan). Mag er een silo van 10m hoog, dan is dat de maximale hoogte om deze vergunningvrij te mogen bouwen. Mag er een silo van 30 meter hoog, dan is dat de maximale hoogte om deze vergunningvrij te mogen bouwen.
Wordt de silo niet in het achtererfgebied gebouwd en/of hij is niet toegestaan qua hoogtematen binnen de voorschriften van het Omgevingsplan dan is een vergunning nodig voor de omgevingsplanactiviteit, en bij strijd met het omgevingsplan hebben wij het hier dan over een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa).
In de Bruidsschat (onderdeel dat van rechtswege is opgegaan in het gemeentelijke omgevingsplan) is in artikel 22.27 opgenomen dat een silo die past in het Omgevingsplan vergunningvrij is voor de omgevingsplanactiviteit.
Artikel 22.27 Uitzonderingen op vergunningplicht artikel 22.26 – omgevingsplan onverminderd van toepassing
Het verbod, bedoeld in artikel 22.26, geldt niet voor de activiteiten, bedoeld in dat artikel, als die betrekking hebben op een van de volgende bouwwerken:
g. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied voor agrarische bedrijfsvoering, voor zover het gaat om:
1°. een silo; of
2°. een ander bouwwerk niet hoger dan 2 m;
Tot slot heb ik hier uitsluitend de bouwtechnische en ruimtelijke regels behandeld. Er kunnen uiteraard ook regels gelden over milieu, natuur of andere regels die gelden op een agrarisch bedrijf.
Bron: VBWTN 21-05-2025