Nationale aanpak funderingsproblematiek

Nederland heeft te maken met een omvangrijke funderingsproblematiek, zowel in stedelijk als landelijk gebied. Het probleem speelt op dit moment bij ongeveer 425.000 gebouwen. Deze gebouwen hebben al verzakkingsschade of krijgen daar tussen nu en 2035 mee te maken. Zonder preventieve maatregelen zal het aantal gebouwen met funderingsschade fors toenemen. Het totale schadebedrag kan oplopen tot € 54 miljard. Om te voorkomen dat de funderingsproblematiek ontaardt in een funderingscrisis stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Goed gefundeerd’ een nationale aanpak funderingsproblematiek voor.

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) doet in het advies aanbevelingen voor de nationale aanpak waarin de principes doeltreffendheid, uitvoerbaarheid, rechtvaardigheid en doelmatigheid centraal worden gesteld. Bij het uitwerken van aanbevelingen zet Rli doeltreffendheid voorop. Na alle jaren waarin het probleem is blijven liggen, moet het nu snel en effectief worden aangepakt. De aanbevelingen volgen vijf sporen:

1) Zorg voor goede informatie over staat van fundering van elk gebouw 

De funderingsproblematiek wordt nu onvoldoende aangepakt omdat onduidelijk is welke gebouwen in Nederland precies funderingsschade hebben of nog zullen krijgen. Daardoor wordt (toekomstige) schade aan de fundering niet verwerkt in de woningprijzen en kunnen onwetende kopers en huurders in forse problemen komen. Een belangrijke voorwaarde voor een doeltreffende aanpak van de funderingsproblematiek is dat funderingsinformatie over alle gebouwen in Nederland op korte termijn boven tafel én beschikbaar komt. Rli noemt 90% subsidie voor funderingsonderzoek. Daarnaast moet vanaf 2029 die informatie verplicht worden gedeeld bij de verkoop of verhuur van woningen en andere gebouwen.

2) Voorkom funderingsschade

Gemeenten, waterschappen en provincies kunnen veel meer doen om problemen met funderingen te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door het waterpeil in veenweidegebieden bij bodemdaling niet te verlagen of door in stedelijk gebied te zorgen dat het grondwaterpeil niet te veel varieert. In de voorgestelde nationale aanpak moeten gemeenten en waterschappen uiterlijk in 2026 voor alle risicogebieden plannen maken en vervolgens uitvoeren om funderingsschade te voorkomen.

3) Ondersteun eigenaren en huurders

Mensen die nu in een woning met funderingsproblemen wonen krijgen de gevolgen daarvan in volle omvang voor hun kiezen wanneer de informatie daarover beschikbaar is. Daarom moeten overheden, maar ook makelaars, banken en andere betrokken partijen hen optimaal ondersteunen. Zo moet het kabinet een nationaal coördinator funderingsschade aanstellen die zorgt voor een nationaal loket waar getroffen burgers en bedrijven terecht kunnen.

Zorg voor subsidie en leenmogelijkheden

Gebouweigenaren zijn eerstverantwoordelijk voor herstel van funderingsschade, maar de overheid moet hen gedurende een overgangsperiode daarbij helpen. Voor funderingsonderzoek, het maken van herstelplannen en het funderingsherstel moet het kabinet de komende twaalf jaar 12 miljard euro ter beschikking stellen. Rli stelt voor dat mensen die te maken krijgen met funderingsschade tot en met 2035 in aanmerking komen voor subsidie voor funderingsonderzoek (90% van de kosten), voor het maken van een herstelplan (70% van de kosten) en voor het herstel van de fundering (30% van de kosten met een maximum van € 40.000,-). Om te voorkomen dat sommige gebouweigenaren het herstel van hun fundering niet kunnen betalen, moeten de nu al voor hen bestaande leenmogelijkheden worden verbeterd.

5) Verbeter de uitvoering

De nationale aanpak funderingsschade vraagt veel van de bouwbranche. Daarom moet het kabinet met de branche afspraken maken over snelle opschaling van de capaciteit, standaardisatie van werkzaamheden, kwaliteitsborging en innovatie. De Rli beveelt het kabinet aan om hiervoor aanvullend 360 miljoen euro uit te trekken.

Het advies ‘Goed gefundeerd’ is hier te downloaden.

Bron: NEN 15-03-2024