Vangnetregeling Omgevingswet: verwerken in omgevingsplan
De Vangnetregeling Omgevingswet bevat onder meer aanvullingen op de bruidsschat. Zodra gemeenten aan de slag gaan met de bruidsschat, moeten ze daar ook de aanvullingen van de Vangnetregeling bij betrekken. Op deze pagina leest u meer over het hoe en wanneer.
WAT IS DE VANGNETREGELING?
De Vangnetregeling Omgevingswet is een regeling van de minister van BZK die de Omgevingswet op een aantal punten aanvult. De regels gelden van rechtswege. De Vangnetregeling is tot stand gekomen door de initiële regeling (Stcrt. 2023, 32876) en een wijziging (Stcrt. 2024, 17658). De wijziging vult de initiële regeling aan en corrigeert een aantal bepalingen. De wijziging geldt grotendeels met terugwerkende kracht. Er kunnen nog meer wijzigingen komen. Lees meer over de Vangnetregeling bij IPLO
Aanvullingen op de bruidsschat
De Vangnetregeling bevat onder andere aanvullingen voor de regels van de bruidsschat in het omgevingsplan. De regels in de Vangnetregeling die aanvullend zijn op de bruidsschatregels gelden naast de bruidsschat en wijzigen de bruidsschat niet. Ze zijn geen onderdeel van het omgevingsplan en zijn ook niet zichtbaar in het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket. Op deze pagina leest u hoe u met de aanvullingen op de bruidsschat kunt omgaan.
Bij IPLO vindt u onder ‘Download bruidsschat’ een pdf-bestand met de regels van de bruidsschat omgevingsplan en een pdf-bestand met de toelichting op de regels van de bruidsschat omgevingsplan. In het pdf-bestand met de toelichting zijn de aanvullingen van de Vangnetregeling opgenomen.
WELKE AANVULLINGEN OP DE BRUIDSSCHAT ZIJN ER?
In de Vangnetregeling zijn in hoofdstuk 2 aanvullingen op hoofdstuk 22 van de Omgevingswet opgenomen. Het gaat om onderstaande aanvullingen op de bruidsschat voor het omgevingsplan, in volgorde van de bruidsschatartikelen waar ze op aangrijpen.
1. Situering vergunningvrije erf- en perceelafscheidingen
Artikel 2.1b (aanvulling bruidsschatartikel 22.27 – situering vergunningvrije erf- en perceelafscheidingen) (geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2024)
Deze bepalingen verduidelijken de eisen die voor de situering van vergunningvrije erf- en perceelafscheidingen onder f, onder 2 en 3, van artikel 22.27 zijn gesteld. Met de regeling in de bruidsschat over deze vergunningvrije erf- en perceelafscheidingen is een beleidsneutrale omzetting van artikel 2, onder 12, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) beoogd. De lijn waarachter erf- en perceelafscheidingen met een hoogte van 1 tot 2 m vergunningvrij kunnen worden opgericht is in artikel 22.27, onder f, onder 3, van de bruidsschat omschreven als ‘de lijn die langs de voorkant van dat gebouw evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied’. Deze omschrijving leidde tot verwarring, met name als het gaat om het verloop van de lijn aan de zijkant en vervolgens aan de achterkant van het gebouw. Om hierover duidelijkheid te bieden is de omschrijving van de lijn nader aangevuld, waarbij zoveel mogelijk is aangesloten bij de begripsomschrijving van ‘achtererfgebied’.
Lees meer in de toelichting op artikel 2.1b
2. Overgangsrecht voor voorbereidingsbescherming ruimtelijke bouwactiviteit
Artikel 2.2 (aanvulling bruidsschatartikel 22.33 – specifieke beoordelingsregel aanvraag binnenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit bouwwerken bij ruimtelijk plan in procedure) (geldt vanaf 1 januari 2024)
De aanvullende bepalingen regelen dat zo’n vergunning ook moet worden geweigerd als sprake is van een nog onder oud recht lopende procedure van een bestemmingsplan of inpassingsplan op grond van de voormalige Wet ruimtelijke ordening. De vergunning kan worden verleend als de activiteit in overeenstemming is met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan. Hiermee wordt het regime van voorbereidingsbescherming, zoals dat bestond onder artikel 3.3 van de voormalige Wabo, voortgezet met de mogelijkheid de vergunning te weigeren. Hiermee wordt voorkomen dat voorbereidingsbescherming verloren zou gaan en onbedoeld vergunning zou moeten worden verleend voor ontwikkelingen die met het oog op de in voorbereiding zijnde nieuwe regeling ongewenst zijn. Hier is sprake van een ontbrekend overgangsrecht, wat in specifieke situaties onredelijk is.
Lees meer in de toelichting op artikel 2.2 bij de initiële regeling en de wijziging.
3. Bouwwerken in de buurt van opslagtanks
Artikel 2.3 (aanvulling bruidsschatartikel 22.39 – activiteit niet van rechtswege in overeenstemming met tijdelijke deel omgevingsplan) (geldt vanaf 1 januari 2024)
Deze bepaling zorgt ervoor dat het bouwen, in stand houden of gebruiken van bepaalde bouwwerken niet meer automatisch is toegestaan binnen een bepaalde afstand vanaf opslagtanks waarin organische oplosmiddelen worden opgeslagen. Strikte toepassing van de bepaling uit de bruidsschat zou in specifieke situaties ernstige nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving kunnen veroorzaken.
Lees meer in de toelichting op artikel 2.3
4. Geluid van hoogspanningsverbindingen
Artikel 2.4 (aanvulling bruidsschatartikel 22.55 – geluidsregels niet van toepassing op hoogspanningsverbindingen) (geldt vanaf 1 januari 2024)
Deze bepaling zorgt ervoor dat de geluidsregels niet van toepassing zijn op bovengrondse hoogspanningsverbindingen. In een dergelijke uitzondering was nog niet voorzien, hoewel voor deze activiteit onder oud recht geen geluidsregels golden. Zonder het toevoegen van deze uitzondering zouden deze hoogspanningsverbindingen in een aantal gevallen niet voldoen aan deze geluidsregels. Hoewel er in dergelijke gevallen uitzicht zou zijn op legalisatie door het verlenen van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, is dit onredelijk belastend voor de beheerder en de betrokken gemeenten.
Lees meer in de toelichting op artikel 2.4
5. Informatieplicht voor geluid op een bestaand industrieterrein met geluidsproductieplafond
Artikel 2.4a. (aanvulling bruidsschatartikel 22.61a – gegevens en bescheiden voor activiteiten op een industrieterrein waarvoor geluidproductieplafonds zijn vastgesteld) (geldt vanaf 1 juni 2024)
Deze bepaling zorgt ervoor dat zolang de bruidsschat geldt voor de locatie van het industrieterrein, de informatieplicht als bedoeld in artikel 22.61a van de bruidsschat blijft gelden, ook als voor een bestaand industrieterrein geluidproductieplafonds als omgevingswaarden zijn vastgesteld. In verschillende artikelen van de bruidsschat, zoals bijvoorbeeld artikel 22.71, is bepaald dat die gelden voor activiteiten die worden verricht op een gezoneerd industrieterrein of op een industrieterrein waarvoor geluidproductieplafonds als omgevingswaarden zijn vastgesteld. Dat geldt echter niet voor artikel 22.61a van de bruidsschat over het verstrekken van gegevens en bescheiden bij het beginnen of wijzigen van activiteiten. Als gevolg van het eerste lid van dat artikel geldt de informatieplicht alleen voor een activiteit die wordt verricht op een gezoneerd industrieterrein en niet voor een activiteit op een industrieterrein waarvoor geluidproductieplafonds als omgevingswaarden zijn vastgesteld. Dit heeft als onbedoeld gevolg dat de informatieplicht vervalt op het moment waarop voor een aanwezig industrieterrein de eerste geluidproductieplafonds als omgevingswaarden worden vastgesteld.
Lees meer in de toelichting op artikel 2.4a
6. Overgangsrecht voor voorbereidingsbescherming uitvoeren van een werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid, bij ruimtelijk plan in procedure
Artikel 2.5 (aanvulling bruidsschatartikel 22.278 – specifieke beoordelingsregel omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit uitvoeren van een werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid, bij ruimtelijk plan in procedure) (geldt vanaf 1 januari 2024)
De aanvullende bepalingen regelen dat zo’n vergunning ook moet worden geweigerd als sprake is van een nog onder oud recht lopende procedure van een bestemmingsplan of inpassingsplan op grond van de voormalige Wet ruimtelijke ordening. De vergunning kan worden verleend als de activiteit in overeenstemming is met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan. Hiermee wordt het regime van voorbereidingsbescherming, zoals dat bestond onder artikel 3.3 van de voormalige Wabo, voortgezet met de mogelijkheid de vergunning te weigeren. Hiermee wordt voorkomen dat voorbereidingsbescherming verloren zou gaan en onbedoeld vergunning zou moeten worden verleend voor ontwikkelingen die met het oog op de in voorbereiding zijnde nieuwe regeling ongewenst zijn. Hier is sprake van een ontbrekend overgangsrecht, wat in specifieke situaties onredelijk is.
Lees meer in de toelichting op artikel 2.5 in de initiële regeling en de wijziging.
Overgangsrecht bouwen op verontreinigde bodem (aanvulling Invoeringswet, met relatie bruidsschat)
Artikel 1.10 (Overgangsbepaling Woningwet voorschriften bouwverordening bouwen op verontreinigde bodem) (geldt vanaf 1 januari 2024)
Naast de bovenstaande 6 aanvullingen op de bruidsschat bevat de Vangnetregeling nog een bepaling die een relatie heeft met de bruidsschat. Het gaat om een aanvulling op het overgangsrecht van hoofdstuk 4 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Artikel 1.10 van de Vangnetregeling bevat een aanvullende overgangsrechtelijke voorziening op grond waarvan de mogelijkheden die er waren op grond van de bouwverordening voor het verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning, kunnen worden gecontinueerd zolang u nog gebruik maakt van de regels uit de bruidsschat over het bouwen van een bodemgevoelig gebouw op een bodemgevoelige locatie. Daarbij bevat het tweede lid van het artikel de materiële norm voor het verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning die vergelijkbaar is aan de norm die op grond van de bouwverordening pleegde te worden gehanteerd. In het eerste lid van het artikel is het toepassingsbereik opgenomen dat aan de ene kant is gekoppeld aan het van toepassing zijn geweest van de betreffende bepalingen uit de bouwverordening onder het oude recht en aan de andere kant aan de gelding van genoemde regels uit de bruidsschat onder de Omgevingswet. Het moet gaan om situaties waarin op grond van het omgevingsplan alleen de betreffende regels uit de bruidsschat gelden voor het bouwen van een bodemgevoelig gebouw op een bodemgevoelige locatie (artikelen 22.29, eerste lid, aanhef en onder c, 22.30 en 22.31 van de bruidsschat). Op het moment dat u over dit onderwerp in het omgevingsplan voor de betreffende locatie eigen regels heeft gesteld, in welke vorm dan ook (zelfstandig of in aanvulling op de regels uit de bruidsschat, bijvoorbeeld via een voorbereidingsbesluit met voorbeschermingsregels12), kan van artikel 1.10 van deze regeling geen gebruik meer worden gemaakt. Uiterlijk aan het eind van de overgangsfase van het omgevingsplan moet u de bruidsschat hebben omgezet naar een omgevingsplan dat aan alle eisen van de Omgevingswet voldoet. Binnen dat kader kan u desgewenst ook de grondslag voor het verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning in de gevallen als hier aan de orde integreren.
Lees meer in de toelichting op artikel 1.10
WAT MOET IK DOEN?
Verwerken in omgevingsplan
Zodra u de regels van de bruidsschat waarop de aanvullingen betrekking hebben laat opgaan in het nieuwe deel van het omgevingsplan betrekt u daar ook de aanvullingen van de Vangnetregeling bij. Het is niet noodzakelijk om dit meteen te doen. De aanvullingen gelden immers al van rechtswege.
Voor het verwerken van de aanvullingen van de Vangnetregeling gelden dezelfde mogelijkheden als voor de bruidsschatregels: wijzigen, handhaven of laten vervallen van de regel (zie De bruidsschat, onderdeel Hoe zorgt een gemeente dat de bruidsschat opgaat in het omgevingsplan).
Heeft u bruidsschatartikelen waar de Vangnetregeling op aangrijpt gewijzigd zonder rekening te houden met de aanvullingen van de Vangnetregeling? Dan grijpt de Vangnetregeling niet meer aan. Er is dan immers geen sprake meer van artikelen in de bruidsschat, maar van artikelen in het nieuwe deel. Controleer dan of de aanvullingen reden zijn om uw eerdere wijzigingen aan te vullen of aan te passen. Let op: Heeft u dit al gedaan voor de initiële Vangnetregeling, doe dit dan nu ook voor de wijziging van de Vangnetregeling.
Gaat u regels van de bruidsschat over het bouwen van een bodemgevoelig gebouw op een bodemgevoelige locatie omzetten naar het nieuwe deel van het omgevingsplan (of hebt u dat al gedaan)? Bedenk dan of u ook de grondslag voor het verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning wilt integreren, zoals hierboven is toegelicht over artikel 1.10 van de Vangnetregeling.
Tijdelijke oplossing: toevoegen aan hoofdstuk 22
Gaat u voorlopig de bruidsschatregels waar de Vangnetregeling op aangrijpt nog niet verwerken in het nieuwe deel van het omgevingsplan? Dan adviseren we u om de aanvullingen ongewijzigd toe te voegen aan hoofdstuk 22 van het omgevingsplan bij de artikelen waar de Vangnetregeling op aangrijpt. Dit heeft 2 voordelen:
- De aanvullingen worden integraal onderdeel van uw omgevingsplan en worden zichtbaar in het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
- U kunt de aanvullingen niet vergeten als u op een later moment de aangevulde bruidsschatregels gaat verwerken in het nieuwe deel.
Let op: Heeft u dit al gedaan voor de initiële Vangnetregeling, doe dit dan nu ook voor de wijziging van de Vangnetregeling.
Wijziging van omgevingsplan
Zowel het op laten gaan in eigen omgevingsplanregels als het ongewijzigd toevoegen aan hoofdstuk 22 is een wijziging van het omgevingsplan. Het moet voldoen aan de instructieregels van hoofdstuk 5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en de andere regels van de Omgevingswet over het opstellen en beschikbaar stellen van omgevingsplanwijzigingen. U moet dus ook de procedure voor een planwijziging doorlopen.
Het ministerie van BZK geeft aan dat de aanvullingen van de Vangnetregeling op de bruidsschat in overeenstemming zijn met de instructieregels van het Bkl.
Geen rechtsgevolg vernummering bruidsschat
Op deze pagina stond eerder dat een gewijzigde nummering van bruidsschatartikelen tot gevolg kon hebben dat de Vangnetregeling niet meer aangrijpt. De bedoeling is echter dat de aanvullingen op de bruidsschat ook bij gewijzigde nummering blijven gelden. Daarom is in de wijziging van de Vangnetregeling artikel 2.1a opgenomen. Dit artikel bepaalt dat ook als bruidsschatartikelen alleen zijn vernummerd of als de bruidsschatartikelen gezamenlijk en ongewijzigd zijn verplaatst naar een ander hoofdstuk de aanvullingen uit de Vangnetregeling geldig blijven. Dit geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2024.
Als de tekst van een bruidsschatartikel waar de Vangnetregeling op aangrijpt is gewijzigd, is de aanvulling van de Vangnetregeling voor dat artikel niet meer van toepassing. Tenzij er aan de artikeltekst alleen een noemer voor een werkingsgebied wordt toegevoegd. Daardoor is het mogelijk om een koppeling met een GIO aan te brengen, zonder dat daarmee de regel onderdeel wordt van het nieuwe deel van het omgevingsplan. Lees meer over het wijzigen van de werkingssfeer van bruidsschatregels bij IPLO
Bron: VNG 13-08-2024